1 |
Noud heeft een chocoladereep. Hij deelt 7 blokjes met zijn vrienden en dat is 1/2 deel van de reep. Uit hoeveel blokjes bestaat de hele chocoladereep? _______________________14_______________________ blokjes
|
2 |
Op de kraam liggen 100 boeken. 2/4 deel is volwassenboeken. Hoeveel volwassenboeken zijn dat? _______________________50_______________________ volwassenboeken
|
3 |
De kweker heeft 50 viooltjes te koop. Na 2 dagen heeft hij alweer 1/2 deel verkocht. Hoeveel viooltjes heeft de kweker verkocht? _______________________25_______________________ viooltjes
|
4 |
Welk deel van de cirkel is rood gekleurd? Schrijf hiernaast een breuk
|
1
3
|
|
5 |
18 viltstiften in groep 6 zijn kapot of doen het niet goed meer. Dat is 1/2 deel van alle viltstiften. Hoeveel viltstiften zijn er in totaal in groep 6? _______________________36_______________________ viltstiften
|
6 |
|
De moeder van Kyra heeft al de helft van alle ramen gezeemd. Welke breuk hoort daarbij?
Schrijf hiernaast een breuk
|
1
2
|
|
7 |
De vader van Boris heeft 8 tegels van het terras schoon geschrobt. Dat is 1/4 deel van alle tegels. Uit hoeveel tegels bestaat het hele terras? _______________________32_______________________ tegels
|
8 |
Welk deel van de cirkel is rood gekleurd? Schrijf hiernaast een breuk
|
1
2
|
|
9 |
De serveerster heeft 5 mensen voorzien van drinken. Dat is 1/4 deel van alle mensen die iets willen drinken. Hoeveel mensen willen er in totaal iets drinken? _______________________20_______________________ mensen
|
10 |
Op een ziekenhuisafdeling zijn 120 mensen. 1/3 deel is bezoek. Hoeveel bezoekers zijn er op de afdeling? _______________________40_______________________ bezoekers
|
