1 |
Voor haar feestje koopt Benthe 5/6 kwarktaart en 2/6 slagroomtaart. Hoeveel taart is dit bij elkaar. Schrijf hiernaast een heel getal en een breuk
|
|
|
2 |
Familie Westerink gaat op vakantie naar Frankrijk. Ze moeten 720 kilometer rijden. Ze zijn nu op 5/8 deel. Hoeveel kilometer moeten ze nog? _______________________270_______________________
|
3 |
3/4 deel van de nieuwe auto heeft opa al betaald. Welk deel moet hij nog betalen? Schrijf hiernaast een breuk
|
1
4
|
|
4 |
In een winkel zijn 1250 pakken melk te koop. 4/5 deel hiervan is over de datum. Hoeveel pakken zijn dit? _______________________1000_______________________
|
5 |
Ella maakt 4/7 van een legpuzzel. Yinthe gaat ermee verder en maakt 1/7 van de puzzel. Welk deel van de puzzel is nu gelegd? Schrijf hiernaast een breuk
|
5
7
|
|
6 |
|
30 van de 90 bomen in het bos moet worden gekapt. Welk deel van het bos is dat?
Schrijf hiernaast een breuk
|
1
3
|
|
7 |
Op een tennisclub zijn 30 mensen. 5/6 deel is ouder dan 50 jaar. Hoeveel mensen zijn dat? _______________________25_______________________
|
8 |
De secretaresse moet 48 brieven versturen. Wanneer ze 5/8 deel heeft gehad, haalt ze eerst een bakje koffie. Hoeveel brieven moet ze dan nog? _______________________18_______________________
|
9 |
|
In de zomer was 30 van de 90 Nederlandse stranden vervuild. Welk deel van de stranden was dit?
Schrijf hiernaast een breuk
|
1
3
|
|
10 |
In een tuin staan rode en gele bloemen en bloemen in andere kleuren. 3/7 deel van de bloemen is geel. 2/7 deel is rood. Welk deel van de bloemen heeft een andere kleur dan geel of rood. Schrijf hiernaast een breuk
|
2
7
|
|
