1 |
Familie Westerink gaat op vakantie naar Frankrijk. Ze moeten 640 kilometer rijden. Ze zijn nu op 3/8 deel. Hoeveel kilometer moeten ze nog? _______________________400_______________________
|
2 |
In een winkel zijn 490 pakken melk te koop. 2/7 deel hiervan is over de datum. Hoeveel pakken zijn dit? _______________________140_______________________
|
3 |
In de klas van Stella woont 5/6 deel van de kinderen in een rijtjeshuis. Welk deel van de kinderen woont in een ander soort huis? Schrijf hiernaast een breuk
|
1
6
|
|
4 |
In een pretpark durft 3/4 deel van de 1000 mensen niet in de achtbaan. Hoeveel mensen zijn dit? _______________________750_______________________
|
5 |
Voor haar feestje koopt Norah 3/4 kwarktaart en 2/4 slagroomtaart. Hoeveel taart is dit bij elkaar. Schrijf hiernaast een heel getal en een breuk
|
|
|
6 |
Van de 950 dieren die in een natuurgebied leven is 3/5 deel zoogdier. Hoeveel dieren zijn dit? _______________________570_______________________
|
7 |
Bij autobedrijf `Op wieltjes` kost 2/7 van de 490 auto`s meer dan 20000 euro. Hoeveel auto`s zijn dit? _______________________140_______________________
|
8 |
Op een tennisclub zijn 48 mensen. 5/8 deel is ouder dan 50 jaar. Hoeveel mensen zijn dat? _______________________30_______________________
|
9 |
|
Van de 100 steden hebben 25 steden een burgemeester die jonger is dan 40 jaar. Welk deel van de steden is dit?
Schrijf hiernaast een breuk
|
1
4
|
|
10 |
Op basisschool de Regenboog is 3/5 deel van de kinderen ziek thuis. Welk deel van de kinderen is niet ziek? Schrijf hiernaast een breuk
|
2
5
|
|
