Spellingoefenen.nl: Spelling oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Taaloefenen.nl: Taal oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Sommenoefenen.nl: Sommen oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8
Redactiesommen.nl: Cito rekenen met verhaaltjessommen


Naam: ___________________________________       Niveau: Groep 7 - Eind


1
De bakker verkoopt
2/3
deel slagroomtaart en
1/6
appeltaart aan een klant. Hoeveel taart koopt de klant?
Schrijf hiernaast een breuk
5
6
2
De metselaars willen in twee dagen 2500 stenen gemetseld hebben. Na een dag hebben ze
2/5
deel gedaan. Hoeveel stenen hebben ze dan al gemetseld?
_______________________1000_______________________ stenen
3
De politie van Amsterdam heeft in een week tijd 2100 boetes uitgedeeld.
2/3
waren boetes voor het rijden door het rode licht. Hoeveel boetes waren dat?
_______________________1400_______________________ boetes
4
De ouders van Samuel kopen een nieuwe staande klok voor in de woonkamer. De klok kost € 200,-. Bij de koop hebben ze al
2/5
deel betaald. Hoeveel euro moeten ze nog betalen?
_______________________120_______________________ euro
5
Op het containerschip staan 2700 containers.
5/6
deel wordt in de eerste haven gelost. Hoeveel containers zijn dat?
_______________________2250_______________________ containers
6
6/9
van de 5400 pootaardappelen heeft de boer al gepoot. Hoeveel pootaardappelen zijn dat?
_______________________3600_______________________ pootaardappelen
7
4/7
van alle 210 auto`s houden zich in de dorpsstraat aan de snelheid. Hoeveel auto`s zijn dat?
_______________________120_______________________ auto`s
8
Isis heeft € 250,- geleend van haar vader. Ze betaalt na een maand
3/5
deel terug. Hoeveel euro moet Isis daarna nog terugbetalen?
_______________________100_______________________ euro
9
Xavi en Ties doen een spelletje. Xavi schrijft 2,75 op als kommagetal. Ties moet precies dezelfde hoeveelheid opschrijven als getal met een breuk. Wat moet Ties opschrijven?
Schrijf hiernaast een heel getal en een breuk
2
  
3
4
10
Vier vrienden schrijven allemaal een getal met een breuk op. Welke ligt het dichtst bij 5?
      Florian: 4 4/5    
      Simon: 5 1/2    
      Boris: 4 3/4    
X 
      Morris: 5 1/8