Spellingoefenen.nl: Spelling oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Taaloefenen.nl: Taal oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Sommenoefenen.nl: Sommen oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8
Redactiesommen.nl: Cito rekenen met verhaaltjessommen


Naam: ___________________________________       Niveau: Groep 5 - Midden


1
In de vakantie wil Kay 21 kilometer gelopen hebben. Hij heeft tijd om per dag 3 kilometer te lopen. Hoeveel dagen moet Kay lopen om zijn doel te halen?
_______________________7_______________________ dagen
2
Op het strand zijn 36 mensen. Ze willen graag onder een parasol zitten waar 4 mensen onder passen. Hoeveel parasols zijn er nodig?
_______________________9_______________________ parasols
3
De fietsaccu van Jet kan 68 kilometer mee, voordat die aan de lader moet. De fietsrit naar school is in totaal 8 kilometer. Hoe vaak kan Jet naar school fietsen?
_______________________8_______________________ keer
4
De boekhandel heeft 36 nieuwe boeken besteld. Deze worden over 4 planken verdeeld in de winkel. Hoeveel nieuwe boeken komen er op elke plank te liggen?
_______________________9_______________________ boeken
5
Boer Berend heeft 52 schapen. Hij verdeelt ze over 7 hokken. Hoeveel volle hokken heeft boer Berend?
_______________________7_______________________ hokken
6
Oma heeft 63 kilo kersen. Per keer kookt ze 7 kilo. Hoeveel keer moet oma koken voordat alle kersen op zijn?
_______________________9_______________________ keer
7
In een regenton kan 93 liter water. Per keer gebruikt de vader van Jasmijn 9 liter om de tuin te sproeien. Hoe vaak kan hij heel de tuin sproeien met een volle regenton?
_______________________10_______________________ keer
8
Cato heeft voor de tuin 36 bloembollen nodig. Deze zitten verpakt in zakjes van 6. Hoeveel zakjes koopt ze?
_______________________6_______________________ zakjes
9
De koerier heeft 56 liter benzine in zijn tank. Per pakketbezorging verrijdt hij ongeveer 7 liter. Hoeveel pakketten kan hij bezorgen?
_______________________8_______________________ pakketten
10
De medewerker moet 40 nieuwe bloempotten uitpakken. Hij verdeelt deze over 5 schappen. Hoeveel bloempotten staan er bij elkaar?
_______________________8_______________________ bloempotten