
1 |
Nienke heeft 30 knikkers en wil deze eerlijk verdelen met haar vriendin. Hoeveel knikkers krijgen ze allebei?
_______________________15_______________________ knikkers
|
2 |
In de kamer branden 20 kaarsen. Oscar blaast de helft van de kaarsen uit. Hoeveel kaarsen blijven er nog branden?
_______________________10_______________________ kaarsen
|
3 |
In een wijk moeten 50 folders rondgebracht worden. Pieter doet dit met 4 vrienden. Hoeveel folders moet iedereen doen?
_______________________10_______________________ folders
|
4 |
De juf heeft 16 lekkere snoepjes. Deze verdeelt ze over 4 kinderen. Hoeveel snoepjes krijgt ieder kind?
_______________________4_______________________ snoepjes
|
5 |
Op het bureau liggen 8 pennen. De helft doet het niet meer. Hoeveel pennen doen het nog wel?
_______________________4_______________________ pennen
|
6 |
Op de markt liggen 20 sinaasappels. De groenteboer verdeelt dit over 5 doosjes. Hoeveel volle doosjes heeft de groenteboer?
_______________________4_______________________ doosjes
|
7 |
Er zijn 30 kinderen in het zwembad. De helft van de kinderen draagt nog zwembandjes. Hoeveel kinderen kunnen zwemmen zonder zwembandjes?
_______________________15_______________________ kinderen
|
8 |
Sterre en Fiene verkopen kettingen. Een ketting kost 5 euro. Ze halen 10 euro op. Hoeveel kettingen hebben de meisjes verkocht?
_______________________2_______________________ kettingen
|
9 |
De boer heeft 30 appels geplukt. Hij verdeelt ze over zakjes van 5 appels. Hoeveel zakjes appels heeft de boer?
_______________________6_______________________ zakjes
|
10 |
Op Nieuwsjaarsdag geeft oma 20 euro. Dit moet Jasmijn verdelen met haar zusje. Hoeveel euro krijgen ze allebei?
_______________________10_______________________ euro
|

Copyright 2024 © Redactiesommen.nl
Privacy beleid
Kijk ook eens op www.rekenspelletjes.nu en bijdeles.online (quiz taal/rekenen/spelling)