
1 |
De moeder van Bente koopt voor 20 euro aan uitdeelcadeautjes. Een cadeautjes is 10 euro per stuk. Hoeveel cadeautjes heeft de moeder van Bente gekocht?
_______________________2_______________________ cadeautjes
|
2 |
Opa heeft 200 groentezaadjes. Hij maakt 10 rijen. Hoeveel zaadjes komen er in een rij?
_______________________20_______________________ zaadjes
|
3 |
Timmerman Jan heeft 42 meter hout. Hij zaagt planken van 4 meter lang. Hoeveel meter houdt hij over waar geen hele plank meer van gezaagd kan worden?
_______________________2_______________________ meter
|
4 |
De oven staat al 150 minuten aan. In die tijd zijn er 3 taarten gebakken. Hoeveel minuten moest iedere taart in de oven?
_______________________50_______________________ minuten
|
5 |
De notenboer verpakt 104 kilo noten in zakken van 8 kilo. Hoeveel zakken kan de notenboer maken?
_______________________13_______________________ zakken
|
6 |
Kate heeft 27 gelpennen. Ze maakt groepjes van 4 gelpennen. Hoeveel gelpennen houdt ze over?
_______________________3_______________________ gelpennen
|
7 |
Opa heeft 160 aardbeienplantjes. Hij zet 10 aardbeienplantjes per rij. Hoeveel rijen kan opa maken?
_______________________16_______________________ rijen
|
8 |
De visboer heeft 26 haringen. Hij maakt bakjes met 4 haringen. Hoeveel haringen houdt de visboer over?
_______________________2_______________________ haringen
|
9 |
Lenn gaat met vrienden een dagje weg. De hele dag kost 108 euro. Dit delen ze met 9 personen. Hoeveel euro moet ieder persoon betalen?
_______________________12_______________________ euro
|
10 |
De moeder van Silke heeft 120 euro verjaardagskosten. Per verjaardag geeft ze 10 euro. Hoeveel verjaardagen heeft de moeder van Silke gehad?
_______________________12_______________________ verjaardagen
|

Copyright 2024 © Redactiesommen.nl
Privacy beleid
Kijk ook eens op www.rekenspelletjes.nu en bijdeles.online (quiz taal/rekenen/spelling)