1 |
Een kerktoren is 70 meter hoog. Precies op de helft hangt de klok. Op hoeveel meter hangt de klok?
_______________________35_______________________ meter
|
2 |
De vader van Ruben moet de buurman 86 euro betalen. Ze ronden het af naar het tiental dat het dichtst bij 86 ligt. Hoeveel euro betaalt hij de buurman?
_______________________90_______________________ euro
|
3 |
Fabian heeft al 39 euro gespaard, maar hij heeft het dubbele daarvan nodig voor een legopakket. Hoeveel euro kost het legopakket?
_______________________78_______________________ euro
|
4 |
Twan, Berend, Nick, Yaro en Gijs gaan bowlen. Twan haalt 89 punten. Wie zit met zijn punten het dichtst bij Twan?
|
5 |
Er zijn even getallen en oneven getallen. Welke van deze getallen is even?
|
6 |
Jesper heeft 86 knikkers. Zijn broertje heeft maar de helft van dat aantal. Hoeveel knikkers heeft zijn broertje?
_______________________43_______________________ knikkers
|
7 |
Dylano heeft 56 stickers nodig. Die koop je per velletje van 10. Hoeveel stickers koopt Dylano?
_______________________60_______________________ stickers
|
8 |
Kies het getal dat het dichtst bij 71 ligt.
|
9 |
Nadine gaat 64 kilometer fietsen. Ze is op de helft. Hoeveel kilometer heeft ze al gefietst?
_______________________32_______________________ kilometer
|
10 |
De oma van Jula is 86 jaar oud. Welk tiental ligt het dichtst bij haar leeftijd?
|
