Spellingoefenen.nl: Spelling oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Taaloefenen.nl: Taal oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Sommenoefenen.nl: Sommen oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8
Redactiesommen.nl: Cito rekenen met verhaaltjessommen


Naam: ___________________________________       Niveau: Groep 5 - Midden


1
Naya gaat boodschappen doen en moet bij de kassa 69 euro betalen. Hoe kan ze precies gepast betalen?
x_____ 1_____  x_____ _____  x_____ 1_____  x_____ 1_____  
x_____ 2_____  x_____ _____  
2
Bij de bakker moet Jayden 10,95 euro betalen. Hoe kan hij precies gepast betalen?
x_____ 5_____  x_____ _____  x_____ 1_____  x_____ 2_____  
x_____ _____  x_____ 1_____  
3
Vader heeft een briefje van 100. Hij wisselt dit voor 1 briefje van 50 en een briefje van 20. Hoeveel briefjes van 10 krijgt hij er nog bij?
_______________________3_______________________ briefjes
4
Opa heeft nieuwe lampen voor in de kamer gekocht. Bij de kassa geeft hij deze biljetten en munten. Hoeveel kosten de lampen?
_______________________47_______________________
5
Timo mag in de snoepwinkel voor 1,50 euro snoep uitzoeken. Hij betaalt met muntjes van 50 eurocent. Hoeveel munten geeft Timo?
_______________________3_______________________ munten
6
Julia wisselt een briefje van 100. Ze krijgt 2 briefjes van 5 en 1 briefje van 10. Hoeveel briefjes van 20 krijgt ze er nog bij?
_______________________4_______________________ briefjes
7
Dylan neemt heel zijn spaarpot mee naar de speelgoedwinkel. Hij kiept bij de kassa zijn spaarpot leeg en betaalt 55 euro. Met welke biljetten en muntjes kan Dylan betalen?
x_____ 1_____  x_____ _____  x_____ _____  x_____ 1_____  
x_____ _____  x_____ _____  
8
De fiets van Mike moest gerepareerd worden. Mike geeft bij de kassa deze biljetten en munten. Hoeveel kostte de reparatie?
_______________________92_______________________
9
Tante Elin gaat samen met haar nichtje Elin winkelen. Ze stopt deze munten in het parkeerautomaat. Hoeveel euro heeft tante Elin betaald?
_______________________9,75_______________________ euro
10
In het tuincentrum koopt oma nieuwe plantjes voor de lente. Ze moet 46 euro betalen. Hoe kan oma gepast betalen?
x_____ _____  x_____ 2_____  x_____ _____  x_____ 1_____  
x_____ _____  x_____ 1_____