
1 |
De verkoper verkoopt vandaag 5 truien van € 29,95 per stuk en 4 broeken van € 49,95 per stuk. Voor hoeveel euro heeft de verkoper ongeveer verkocht?
_______________________350_______________________ euro
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
2 |
De meester koopt 20 flesjes water van € 1,49 en 20 zakjes chips van € 0,99. Hoeveel euro moet de meester ongeveer betalen?
_______________________50_______________________ euro
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
3 |
Marit gaat met haar familie pannenkoeken eten in een restaurant. Bij het afrekenen moeten ze € 350,25 betalen. Hoe kunnen ze precies gepast betalen?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
4 |
Chris doet met zijn vrienden klusjes waar ze geld mee verdienen. Uiteindelijk halen ze € 2,40 op. Ze delen dit door 4 vrienden. Hoeveel euro krijgt ieder?
_______________________0,60_______________________ euro
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
5 |
Opa geeft € 10,00 aan zijn kleinkinderen. Ze moeten dit met 4 kinderen delen. Hoeveel euro krijgt ieder kind?
_______________________2,50_______________________ euro
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
6 |
Sanne koopt op vakantie 7 kaarten van € 2,99 per stuk en 3 souvenirs van € 2,99 per stuk. Hoeveel euro moet Sanne ongeveer betalen?
_______________________30_______________________ euro
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
7 |
De moeder van Kees gaat boodschappen doen en moet bij de kassa € 173,15 afrekenen. Hoe kan ze precies gepast betalen?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
8 |
In 3 uur verdient Olivier € 12,60. Hoeveel verdient hij in een uur?
_______________________4,20_______________________ euro
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
9 |
Oma moet voor een nieuwe stofzuiger € 165,75 betalen. Hoe kan ze precies gepast betalen?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
10 |
Dewi stopt dit geld in haar spaarpot. Hoeveel euro is dat in totaal?
_______________________243,35_______________________ euro
|

Copyright 2024 © Redactiesommen.nl
Privacy beleid
Kijk ook eens op www.rekenspelletjes.nu en bijdeles.online (quiz taal/rekenen/spelling)