Spellingoefenen.nl: Spelling oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Taaloefenen.nl: Taal oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Sommenoefenen.nl: Sommen oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8
Redactiesommen.nl: Cito rekenen met verhaaltjessommen


Naam: ___________________________________       Niveau: Groep 4 - Eind


1
Lieke moet 28 euro betalen. Ze geeft 1 briefje van 20 euro. De rest geeft ze in munten van 2 euro. Hoeveel munten zijn dat?
_______________________4_______________________ munten
2
Hoeveel euro zit er in de spaarpot van Douwe?
_______________________68_______________________ euro
3
Oma moet bij de bakker 26 euro betalen. Ze geeft 2 briefjes van 20 euro. Hoeveel euro krijgt oma terug?
x_____ _____  x_____ _____  x_____ 1_____  x_____ _____  
x_____ 2_____  x_____ _____  
4
In de speelgoedwinkel heeft Sophie dit geld uitgegeven. Hoeveel euro heeft Sophie uitgegeven?
_______________________74_______________________ euro
5
Welk bureau is het goedkoopst?
      Bureau Zwart: € 77,50    
      Bureau Janssen: € 85,-    
      Bureau van Dijk: € 82,50    
X 
      Bureau Sanders: € 72,95    
6
James moet voor de reparatie van zijn fiets 88 euro betalen. Hij geeft 100 euro. Hoeveel geld krijgt hij terug?
x_____ _____  x_____ _____  x_____ 1_____  x_____ _____  
x_____ 1_____  x_____ _____  
7
In de kassa liggen deze briefjes en muntjes. Hoeveel euro is dat?
_______________________89_______________________ euro
8
Fien heeft bloemen verkocht. Hoeveel geld heeft ze opgehaald?
_______________________13_______________________ euro
9
Oma betaalt de toegangskaartjes bij het zwembad. Ze moet 44 euro betalen. Hoe kan ze precies gepast betalen?
x_____ _____  x_____ 2_____  x_____ _____  x_____ _____  
x_____ 2_____  x_____ _____  
10
Sem moet 36 euro betalen. Hij geeft een briefje van 20 euro en een briefje van 10 euro. Hoeveel munten van 2 euro kan hij erbij geven?
_______________________3_______________________ munten