1 |
De verkoopster zegt tegen een klant dat het € 1369,- kost. Wat zegt de verkoopster?
dertienhonderd zestigennegen duizend driehonderd zestigennegen X dertienhonderd negenenzestig |
2 |
Isa gaat kamperen met haar familie. De kampeerplaats is 20 meter lang. Hoeveel decimeter is dat?
_______________________200_______________________ decimeter
|
3 |
Josephine heeft 1759 gouden munten verzameld in haar online spel. Haar broer heeft 1741 zilveren munten verzameld. Hoeveel munten hebben ze samen?
_______________________3500_______________________ munten
|
4 |
Na de verbouwing krijgt de vader van Stef een factuur van de aannemer van €11324,-. Rond dit bedrag op een duizendtal.
_______________________11000_______________________ euro
|
5 |
De juf schrijft 2 getallen op het bord: 9450 en 9650. Welk getal ligt daar precies tussenin?
|
6 |
Lina telt de inhoud van haar portemonnee. Hoeveel euro zit erin? _______________________36,95_______________________ euro
|
7 |
Bij een benzinestation kun je punten sparen. Op de pas staan 8145 punten. Rond dit getal af op een duizendtal.
_______________________8000_______________________ punten
|
8 |
Een scoutinggroep heeft 3800 badges besteld voor hun jaarlijkse uitreiking. Ze delen 1900 badges uit tijdens het evenement. Hoeveel badges blijven over?
_______________________1900_______________________ badges
|
9 |
Mick heeft een stuk touw van 90 decimeter. Hoeveel meter touw heeft Mick?
_______________________9_______________________ meter
|
10 |
De ouders van Jill kopen een nieuwe laminaatvloer. Ze hebben 20 vierkante meter nodig. Per vierkante meter kost het € 12,-. Hoeveel euro moeten de ouders van Jill betalen voor de nieuwe vloer?
_______________________240_______________________ euro
|
